Op zoek naar de monnik in mijzelf
God zoeken - 4

Na de wending voelde ik mij herboren (= de opstanding). Precies zoals ik in mijn "werkboek" tijdens de voorbereiding op De Voorde had getekend: ik ben liefde. Bij het afdalen van de treden had ik heel sterk het gevoel: ik mag er zijn. Bij de rest van de weg terug, was er aanvankelijk vooral mildheid en zachtheid en gedachtes over mijn eigen praktijk, net als toen ik de eerste keer het pad van de smarten en de vreugden liep. Bij gevonden vloeiden de tranen; ik heb me echt gevonden en thuis gevoeld, wetend dat ik gedragen word. De bekroning maakte me sterk en stil. Ik ben op het bankje gaan zitten, heb wat gedronken en de plek bekeken. Daarna ben ik terug gegaan en heb tegen de begeleidster, Claudia, gezegd: ik ben klaar. Ik was daar ook klaar voor dat moment. Ik heb daar ontvangen wat er voor mij op dat moment te krijgen was. Uitermate bijzonder en indrukwekkend."
Deze nuchtere laatste woorden doen onvoldoende recht aan wat ik toen ervaren heb. Maar het voelde nog zo kwetsbaar voor mij met mijn niet-christelijke achtergrond en mijn linkse verleden om voor iedereen duidelijk zichtbaar geknield te hebben voor het kruis, dat ik er voor mijzelf nog niet goed mee uit de voeten kon. Vandaar mijn wat afstandelijke woorden en mijn aarzelingen destijds om er in mijn dagelijkse omgeving over te praten. Nu kan ik zeggen dat ik aangeraakt ben door God, toen kon ik dat nog niet. Wel heb ik helemaal aan het eind van het programma terug op De Voorde de volgende levensspreuk geformuleerd, waarin iets terug klinkt van mijn gevoel van thuiskomen en verwondering:
Zoekt en gij zult gevonden worden (soms uit onverwachte hoek).